Altijd als ik van die mooie oude handen zie, wil ik ze graag nog even vasthouden en een keer strelen. Niet alleen omdat ze me doen denken aan mijn eigen oma, maar ook omdat ik zo benieuwd ben naar alles wat die handen doorleefd hebben. Ze zeggen vaak zoveel.
Ook deze mevrouw had van die prachtige, maar broze handen. Elke week maakte ik haar haren mooi en altijd bij het weggaan zei ze: “Ik zie je volgende week wel weer. Kijk maar hoe laat je komt, ik loop niet weg… Als je maar komt!” Steevast zwaaide Fenny me dan uit, met die mooie handen van haar.
Voor ons allebei een waardevol wekelijks ritueel. Tot ze niet meer zelfstandig kon wonen en naar een verzorgingstehuis ging. In haar oude huis hebben we als afsluiter samen nog een advocaatje met slagroom gegeten. Met een glimlach op ons gezicht. Ze hield mijn handen even vast.
Een paar maanden later was ze er niet meer… 96 jaar mocht ze worden. Altijd positief, geïnteresseerd en zó lief: ze was een groot voorbeeld voor mij.
Toen haar nicht belde en vroeg of ik haar uitvaart wilde doen, omdat Fenny dat heel fijn zou hebben gevonden, hoefde ik niet na te denken. Met gepaste trots stapte ik even later de auto in: mocht ik ook nog dat laatste stukje van Fenny volbrengen.
Het voelde als een soort van geluk…