Een paar weken geleden had Clara aangegeven niet langer te willen leven.
Haar gezondheid ging zienderogen achteruit en voor haar was het met 93 jaar wel mooi geweest.
Omringd door haar kinderen heeft ze het leven losgelaten. Niet helemaal waar, want toen de kinderen even niet bij haar waren, blies ze haar laatste adem uit. Ze wilde dit laatste stukje blijkbaar toch alleen doen.
Haar grootste angst was dat ze weer wakker zou worden en dan niet meer uit de kist kon komen. Dit werd dan ook op haar laatste dag met alle kinderen nog wel een paar keer gedeeld. Doodgaan vond ze niet eng, maar weer wakker worden welโฆ
Haar wensenlijstje had ze in een envelopje gedaan, zodat we wisten welke tekst er op het bidprentje moest komen, wie het bloemetje naar Maria mocht brengen tijdens de dienst en waar ze opgebaard
wilde worden.
Want dat was voor haar wel een dingetje: ze had namelijk jarenlang als vrijwilligster de kerk schoongemaakt. Daarom stond er op haar briefje: Graag opgebaard in de aula van de O.L. Vrouwekerk (wel verdiend na 30 jaar kerk schoonmaken). Ook deze wens werd vervuld.
Wederom een bijzonder afscheid waarbij de familie het nodige zelf deed. Haar dochter hielp bij de verzorging. Clara had zelf haar kleren al klaargelegd. In gedachten hoorden we haar zeggen: ‘Ie zorgt er toch wa veur dat mien hoar good zit?’
Het bloemstuk werd zelf gemaakt door een schoondochter. De schoondochters brachten
“Klaartje” met een laatste rit naar het crematorium. En haar zoon liep voor de rouwauto uit als laatste eerbetoon. Het werd een warm en liefdevol afscheid met prachtige woorden van de familie
die deze mevrouw eer aan deden.
Bij het nazorggesprek werd de hele uitvaartweek nog een keer besproken. De conclusie was dat ze het met elkaar toch mooi hadden gedaan. Een groot gezin waarin iedereen een eigen stukje op zich
nam wat voor die gene fijn voelde. En wat vond ik het fijn dat ik deze lieve familie bij mocht staan.